Het kind vond het half uur met Katadreuffe heerlijk, al deed hij ook zelden precies wat het wou. Want het wilde eigenlijk liever spelen, grapjes maken, hossen, rondrijden, maar Katadreuffe nam altijd een boek en bekeek met Pop de plaatjes. En hij was zoo bezeten van aandrift een ander kennis bij te brengen – hij had dat ook zoo lang op Jan Maan beproefd, vergeefs evenwel –, dat hij meer oog had voor het leerzame dan voor de grapjes, dat hij uit elke plaat nog een les wist te distilleeren. Hij begreep van een kinderziel volstrekt niets. En desondanks was Pop blij met het half uur, ze trachtte het zoover mogelijk te overschrijden, want ze had thuis niemand anders dan hem.
Uit: Karakter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten