woensdag 24 april 2013

Marius Bartholoty


Leena Lander

En ze neemt hen in haar armen, een voor een, dringt zich op om hen te helpen bij hun huiswerk ook al vinden de meisjes dat overbodig en zelfs hinderlijk, leest hen voor uit de meisjesboeken uit haar jeugd, vlecht hun haar of knipt het in een nieuw model, kookt chocoladepudding voor hen om goed te maken dat ze in haar gedachten zo'n slechte en gemene moeder is geweest.

Uit: Het huis met de zwarte vlinders

woensdag 17 april 2013

Wes Christensen


Jan Cremer

"'s Nachts, als Brigitte vermoeid thuis kwam, was ik al 'n uurtje thuis ('ga jij maar alvast naar huis, anders maak je toch maar moeilijkheden. Je moet begrijpen, ik heb m'n werk en ik heb m'n man, en dat ben jij') en had dan een lekker kopje thee (Chinese thee) gezet, het kacheltje aangemaakt, een plaatje opgezet (jaja, ook had ze voor mij een pick-up met platen gekocht, op voorwaarde dat ik ook platen van Johnny Jordaan en Elvis Presley draaide), de schemerlampjes lekker zwoel de kamer verlichtend, de pantoffeltjes voor het vrouwtje klaar, las ik gedichten van Lodeizen, Andreus, Hanlo, en vele anderen. Als ik dacht dat ik er wat van begreep las ik de strofe voor aan Brigitte. Die keek dan zeer aandachtig naar mijn sprekende mond en als ik dan vroeg: 'Hoe vind je dit?' kwam ze op me af en drukte een zwoele zoen op m'n lippen. 'Ik vind het fantastisch,' zei ze. 'Hoe die mensen dat toch mooi kunnen zeggen, hè!' Dan was ik weer uitgeluld want zij begreep er geen ballen van en ik ook niet, alleen met de gedichten van Achterberg luisterde ze geïnteresseerd toe. Dat was in die tijd ook de enige verstaanbare dichter voor mij."

Uit: Ik Jan Cremer

donderdag 11 april 2013

John Downman


Jane Austen

"'(...) Ik zou niet gelukkig kunnen zijn met een man, wiens smaak niet in elk opzicht met den mijne overeenkwam. Hij zou in al mijn gevoelens moeten kunnen komen, dezelfde boeken, dezelfde muziek zouden ons beiden moeten bekoren. O mama, wat was Edward’s houding mat en flauw en lauw, toen hij ons gisterenavond voorlas! Ik vond het verschrikkelijk voor Elinor. Maar zij verdroeg het met de grootste kalmte; ’t scheen wel of ze ’t niet eens opmerkte. Ik kon haast niet op mijn stoel blijven zitten. Die prachtige verzen, die mij dikwijls zoo woest opgewonden hebben gemaakt, te hooren voordragen met zoo’n onverzettelijke kalmte, zoo’n akelige onverschilligheid!'

(...)

Willoughby was een jonge man met een helder hoofd, een levendige verbeelding, een opgewekte natuur en iets openhartigs en vriendelijks in zijn optreden. Hij was als voorbestemd om juist Marianne’s hart te winnen; want aan al die gaven paarde hij niet slechts een innemend uiterlijk, doch tevens een natuurlijke vurigheid van geest, die thans door háár voorbeeld werd gewekt en aangespoord, en die hem meer dan eenige andere eigenschap haar genegenheid deed winnen.

Met hem samen te zijn werd van lieverlede haar allergrootst genoegen. Zij lazen, zij praatten, zij zongen met elkaar: hij was zeer muzikaal, en hij las voor met al het gevoel en het vuur, waaraan het Edward helaas had ontbroken."

Uit: Verstand en gevoel

zaterdag 6 april 2013

Norman Rockwell


F. Bordewijk

Het kind vond het half uur met Katadreuffe heerlijk, al deed hij ook zelden precies wat het wou. Want het wilde eigenlijk liever spelen, grapjes maken, hossen, rondrijden, maar Katadreuffe nam altijd een boek en bekeek met Pop de plaatjes. En hij was zoo bezeten van aandrift een ander kennis bij te brengen – hij had dat ook zoo lang op Jan Maan beproefd, vergeefs evenwel –, dat hij meer oog had voor het leerzame dan voor de grapjes, dat hij uit elke plaat nog een les wist te distilleeren. Hij begreep van een kinderziel volstrekt niets. En desondanks was Pop blij met het half uur, ze trachtte het zoover mogelijk te overschrijden, want ze had thuis niemand anders dan hem.

Uit: Karakter