dinsdag 31 december 2013

Dora Holzhandler






















Het Jaar van het Voorlezen is voorbij. En daarmee komt er ook een einde aan dit weblog. Iedereen hartelijk dank voor het kijken, het meeleven en de reacties. Wie weet tot ziens elders. Hartelijke groet en veel voorleesplezier gewenst, Arda

zaterdag 28 december 2013

Aleksei Korin


Adriaan van Dis

   "Zijn moeder las hem voor uit Nils Holgersson. Nathan hield niet van die slome op die vogel. Hij hield alleen van Gulliver. Die kon je niet lezen, die kon je alleen maar zien. Vorige week was hij voor het eerst van zijn leven met zijn vader naar de bioscoop geweest. Naar Gullivers reizen, in de zijzaal van De Rustende Jager. Gulliver was sterk en groot en nooit werd hij gepest. Hij sliep op zeshonderd bedden, stopte boeven in zijn broekzak en droeg prinsessen op zijn hand. Als hij honger had kreeg hij twintig karren brood en het sap van duizend appels. Zo wilde Nathan zijn, mooi, zonder sproeten en galbulten. Met zo'n open bloes met haar en zulke grote laarzen. En als je liep, liftten de lilliputters mee op je schoen. Net als Nathan ook weleens deed wanneer hij mocht neuzenlopen. Dan stond hij met zijn sokken op Pa Sids schoenen en deinde hij mee in reuzenpas."

Uit: Nathan Sid

zaterdag 21 december 2013

Eunice Pinney


Renate Dorrestein



"Onze Leonie verzorgt meestal de inleiding. In iets van Marimekko, want daar heeft haar schoonzuster een winkel in. En dan schuifelt de debutant naar zijn voorleestafeltje. Hij is nog geen Adriaan van Dis of Arthur Japin, hij loopt met de bilspieren strak aangespannen en de schouders hoog opgetrokken. Allemaal nervositeit. Maar het ergste moet voor hem nog komen. We houden de gasten vooraf altijd zo veel mogelijk backstage, ziet u, meestal in het magazijn, totdat het programma begint. Dus zo’n jongen is nergens op voorbereid.
Hij gaat zitten en slaat zijn ogen naar ons op.
Inmiddels kennen we alle symptomen.
Eerst is er ongeloof. Daarna schrik. Soms zelfs klinkklare paniek. De blik wordt glazig, met witte knokkels wordt de rand van het tafeltje omklemd. En dan krijg je het instinctief ineenkrimpen, het terugdeinzen van het bovenlichaam, het steels deppen van voorhoofd en bovenlip. We zien een panische denkbel boven het jonge schrijvershoofd omhooghuiveren: 'Mijn god! Alleen maar middelbare mutsen!'"

Uit: De leesclub

dinsdag 17 december 2013

Karen Cooper


Arnon Grunberg

"Vroeger las hij veel voor aan de kinderen, ook uit boeken die ze nog niet konden begrijpen. Om de liefde voor kunst en cultuur bij te brengen, moet je kinderen op hun tenen laten staan. Op haar tiende nam Tirza kennis van Don Quichot en zijn avonturen, op haar twaalfde werd mevrouw Bovary en haar overspel bij haar naar binnen gelepeld, en toen ze veertien was en eigenlijk niet meer wenste te worden voorgelezen, beklom Hofmeester toch nog de trap met een exemplaar van de Russische Bibliotheek onder zijn arm. 'Ga weg,' krijste ze als ze hem haar slaapkamer zag binnenkomen. 'Ik wil die aantekeningen uit het ondergrondse niet, ik wil ze niet horen. Ga weg, papa. Ga weg, pap. Ga weg.' Ze trappelde met haar benen, maar hij ging aan haar voeteneind zitten en streelde haar net zo lang tot ze gekalmeerd was. Dan deed hij het boek open en las haar een kwartiertje voor uit Aantekeningen uit het ondergrondse. Met de grote Russen kon je niet vroeg genoeg beginnen. Als je als puber het nihilisme doorzag, hoefde je er later niet meer doorheen."

Uit: Tirza